de hovawart/karakter

hovawart = hofwachter : een ouderwetse erfbewaker

de hovawart…

is een relatief grote (60 á 70 cm), redelijk robuste, langharige hond. Hij bestaat in 3
kleuren : zwart met tanaftekeningen, volledig zwart en blond Deze kleuren worden door elkaar gefokt en komen dus vaak door elkaar in hetzelfde nest voor.

maar wat voor soort hond is de hovawart nu?

Een officiële ‘droge’ rasbeschrijving wil ik hier niet geven, die is op genoeg plaatsen op het net te vinden. Wel wil ik wat dieper ingaan op typische raseigenschappen, vooral dan qua karakter, want dat is het belangrijkste : dat (toekomstige) baasjes goed kunnen inschatten welk type hond een hovawart nu eigenlijk is en of hij wel of niet bij hen zou passen.

Laat ik maar beginnen met te wijzen op het deeltje ‘wart’ in hun naam : de hovawart behoort tot de categorie van de waak- en verdedigingshonden, dat brengt met zich mee dat ze een sterke persoonlijkheid hebben – de meeste waakhonden zijn nu eenmaal geen doetjes. Hova-wart is het oudduitse woord voor hof-wachter, het is dus een ouderwetse boerenerf-waakhond. Veel mensen vinden het waakse aspect op zich wel een goede eigenschap, maar vaak staan ze er te weinig bij stil dat dit ook zo zijn nadelen kan hebben, afhankelijk van de baas en de situatie – hierover vertel ik verder op deze pagina meer (onder ‘en wat zijn nu hun minder leuke eigenschappen?’).

In zijn algemeenheid genomen is een hovawart een baasgerichte, actieve, vrolijke, speelse en dus waakse hond, maar met een flinke dosis onafhankelijkheid en eigenzinnigheid. In hun voorouders zit een deel herder en ook een deel berghond en van allebei hebben ze wat trekjes geërfd. Van de herder hebben ze het baasgerichte en de actie, van de berghond de eigenzinnigheid, onafhankelijkheid en het hoge zen-gehalte.

en wat zijn nu de leukste eigenschappen van een hovawart?

Of met andere woorden : waarom ben ik er zo gek op?

‘Wartjes’ zijn voor mij de perfecte combinatie tussen de baasgerichtheid van een herder en de onafhankelijkheid van een berghond. Herders zijn heel leuke honden maar mij kunnen ze wat benauwen door het heel erg baasgerichte : mijn herdermeisje Flurk leefde alleen maar voor en door mij : super als je zoiets zoekt, maar ik vond het wat té.

Een hovawart is ook wel baasgericht – hij zal tijdens wandelingen heel makkelijk in je buurt blijven, hij knuffelt graag, speelt graag met zijn mensen en is redelijk gehoorzaam te maken máárrrr….hij beseft dat er nog een wereld is buiten de baas en zijn familie en kan zich af en toe ook perfect gelukkig voelen in zijn eentje : op de uitkijk liggen in de tuin, wat rondsnuffelen in zijn territorium, voorbijgangers in het oog houden of gewoon lekker niksdoen, daar is hij ook heel goed in.

Verder zijn ze wel redelijk gehoorzaam, ze trainen ook graag samen met de baas (voor de baasjes die daar interesse in hebben) maar je krijgt niks voor niks : je moet er echt wel wat energie in stoppen om ze zover te krijgen. Daar tegenover staat dat hij je dan ook heel erg het gevoel kan geven dat hij iets wat je vraagt alleen maar doet omdat jij het bent : geen knipmesgehoorzaamheid dus, maar toch wel heel graag de baas plezieren – mét een (heerlijke) dosis eigenzinnigheid.

Jonge Relax (Jochei van de Huppelhoeve) houdt ervan om ‘oefeningetjes’ te doen <3

Hovawarten kunnen ook goed presteren in gehoorzaamheidstraining (of eventueel zelfs IPO/IGP), maar ook daar zal je zelden de resultaten behalen die je van bv. een herder zou kunnen verwachten.
Wartjes vinden samen iets doen met de baas – dus ook samen iets leren – wel leuk, maar ze zijn het uitvoeren van bekende oefeningen ook snel weer beu : 10 keer hetzelfde herhalen omdat de uitvoering nog niet helemáál perfect is, is aan hen echt niet besteed.

Nog een hele leuke eigenschap is dat ze heel rustig of heel actief kunnen zijn, afhankelijk van de situatie. Neem je je wartje mee op wandel of ga je er mee spelen of trainen dan komt er geen einde aan zijn energie Voor een berg/bos/strandwandeling van een hele dag draaien ze bij wijze van spreken hun poot niet om, en mee naast de fiets of mee met een joggende baas vinden ze vaak de max om zich eens goed uit te leven.

Maar zijn ze binnen in huis dan zijn ze meestal heel erg rustig (behalve als pup natuurlijk) en ook als je een keer een dag geen tijd hebt om iets met ze te ondernemen zullen ze niet snel druk en nerveus worden – de hovawart neemt het leven zoals het komt, ikzelf ervaar ze zelf als ‘zenhonden’.

Setteke in zenmodus

Verder zijn het goede wakers zonder te blafferig te zijn. Zou er zich een situatie voordoen waarbij hun mensen in gevaar zijn dan zullen de meeste hovawarten zeker in actie komen. Meestal is echt ingrijpen dan niet eens nodig, door hun voorkomen en houding brengen ze iemand met verkeerde bedoelingen zo wel al op andere gedachten, maar houd er als baasje wel rekening mee dat een hond een situatie heel anders kan interpreteren dan een mens. Zeggen aan familie of vrienden bv. dat ze gewoon achterom via de tuinpoort mogen komen is geen aanrader met een wartje in huis : zomaar tuin of huis inlopen zonder dat het baasje erbij is valt heel vaak niet in goede aarde, en een waarschuwende hap zou dan echt wel kunnen Hou daar dus rekening mee en onderschat hun waakse gedrag niet : kies ofwel voor een andere hond, of wees er attent op dat je dit soort situaties begeleidt.

Een voordeel dat samenhangt met het waakse karakter (dat te maken heeft met gevoel voor territorium) is de erfgebondenheid van een hovawart : de meeste wartjes hebben totaal niet de neiging om van huis te willen weglopen – wat uiteraard niet wil zeggen dat je ze zomaar in een niet afgesloten tuin zou moeten laten lopen. Het is eigenlijk simpel : een hova-wart kan zijn ‘hof’ niet ‘warten’ als hij er niet is, die erfgebondenheid zit hem dus echt in de genen.

Met kinderen is de hovawart, net zoals eigenlijk wel de meeste honden, heel lief – zolang die kinderen ook lief zijn met hem. Als kinderen wordt aangewend om op de goede manier met hun hond om te gaan worden ze de dikste vriendjes en kunnen ze heel veel aan elkaar hebben.

Een hovawart is meestal geen allemansvriend, ze kunnen in de juiste omstandigheden zeker wel vriendelijk zijn voor bv. bezoek, maar je moet niet verwachten dat ze er in allerlei soorten situaties als het ware zouden zitten op wachten om door vreemden geknuffeld te worden.
Voor sommige mensen is dit een positieve eigenschap, voor anderen een negatieve. Wie liever heeft dat zijn hond vriendelijk is tegen jan en alleman, bekend of onbekend, die moet echt over een ander ras nadenken.

En verder hebben ze ook relatief weinig jachtinstinct. Dat wil zeggen dat ze op wandeling weinig geneigd zijn om ver van de baas weg wild te gaan opsporen en achtervolgen, maar het blijft natuurlijk wel een hónd : als je ze helemaal hun gang laat gaan en ze krijgen de smaak van de (konijntjes-)jacht te pakken dan kan dat wel een vervelende gewoonte worden. Voorkomen blijft dus ook voor een wartje beter dan genezen.

we hebben geleerd om netjes op de paden te blijven

en wat zijn nu hun minder leuke eigenschappen?

Gek genoeg is juist één van hun goede kanten in sommige situaties/bij sommige bazen juist een minder leuke eigenschap : het waakse karakter. Niet het blaffen op zich geeft problemen maar wel soms hun sterke karakter, waardoor het kan voorkomen dat ze geneigd zijn zélf de touwtjes in handen te nemen, vooral als ze het gevoel krijgen dat de baas hen die speelruimte geeft.

Zo kunnen ze niet alleen hun eigen huis en tuin gaan bewaken, maar ook als je ergens op een terrasje zit kunnen ze al snel denken dat het tafeltje-en-omgeving van hen is : langskomende obers, mensen of honden moeten dan (vinden zij) vakkundig verjaagd worden.

Een eenzame wandelaar die jou tegemoet komt op een smal pad? Kan niet, vindt de hovawart, dat is zíjn pad waar hij en zijn baasje langs moeten, weg met die wandelaar, dus die wordt vakkundig aangeblaft.

Op dezelfde manier kunnen ze geen onderscheid maken tussen bezoek dat wel de tuin in mag via een achterpoortje en bezoek dat dit niet zou mogen : volgens de (volwassen) hovawart mag een bezoeker dat nooit.

Bij onzekere baasjes passen ze zeker niet, die onzekerheid voelen ze feilloos aan en dan gaan ze zelf wel de baas spelen, dat is zo ongeveer de enige reden waarom soms een hovawart moet herplaatst worden. Jammer, want door de juiste informatie vooraf had zoiets makkelijk kunnen voorkomen worden.

Nog een eventueel moeilijk stukje is hun gedrag naar andere (vreemde) honden : met onbekende sexegenoten kunnen ze vaak niet zo goed opschieten, zeker niet met de types die zichzelf nogal hoog inschatten (want dat doet de hovawart namelijk ook, haha). Het komt daarbij zelden tot lelijke gevechten, maar een hond even goed op zijn plaats zetten durven ze wel en daar is (en terecht) niet iedereen van gediend.
Kan een hovawart in dat soort situaties dan nooit loslopen? Jawel, dat kan zeker (doen die van mij bijna overal), maar een verwittigde baas is er twee waard : anticiperen op vervelend gedrag dus, en hem van jongsaf aan al leren om heel betrouwbaar te komen als je roept, ook – of zelfs juist – in moeilijke situaties.

Ik zeg vaak dat een hovawart een beetje ‘Jekyll and Hyde’ is : in hun persoonlijkheid hebben ze een sterke kant die eigen is aan de meeste waakhondenrassen, maar tegelijkertijd hebben ze ook een hele softe kant, dan worden het hova-watjes ipv. hovawartjes. Dat maakt dat ze zeker niet voor iedereen geschikt zijn : mensen die vallen op een superstoer karakter vinden een hovawart dan soms te zacht – mensen die zich teveel hebben laten leiden door zijn zachte kant en zachte uitstraling zijn vaak niet voorbereid op de sterkere kantjes in zijn persoonlijkheid en worden daar dan – indien niet correct geïnformeerd – door verrast.

Maar toch : met de juiste aanpak moeten ook de minder leuke eigenschappen helemaal geen probleem zijn : een hovawart heeft een consequente baas nodig, hij wil een baas die hij als leider kan zien. Dat wil zeker niet zeggen dat hij stevig aangepakt zou moeten worden – in tegendeel : in de handen van een duidelijke en correcte baas is een wartje een regelrechte softie die vaak aan een boze blik al genoeg heeft om als het liefste schoothondje weer zoete broodjes te komen bakken.

ja hoor, wij kunnen netjes los op het strand en we weten ook dat we niét naar andere honden toe mogen